Ook bij precisielandbouw heb je gezond boerenverstand nodig
Precisielandbouw is niet meer weg te denken in de bedrijfsvoering van landbouwer Geert Deconinck uit Ooike. Het is een financiële investering, maar op termijn wint hij er tijd en geld mee. “Je laat de machines data verzamelen en behandelingen uitvoeren, maar bepaalt wel zelf welke actie er precies nodig is en wanneer je die toepast.” Volgens Geert heb je ook bij precisielandbouw gezond boerenverstand nodig.
Landbouwer Geert teelt voornamelijk suikerbieten, granen en aardappelen. Doorheen de volledige teelt past hij precisielandbouwtechnieken toe. “Elk jaar sta ik ervan versteld hoeveel factoren de groei en eindopbrengst bepalen. De technieken helpen me om waar en wanneer nodig bij te sturen”, vertelt hij. Rijden met RTK-GPS en bemesten op basis van satellietbeelden zijn voor hem heel normaal.
Eigenlijk is Geert al van kleins af aan bezig met precisiebemesting. Als jonge boerenzoon strooide hij mestkorrels met de hand. Het lange gras in de weide kreeg geen korrels: koeien lusten dat niet omdat het te veel nitrieten bevat. Het gras was dus al overbemest. Geert strooide toen eigenlijk al plaatsspecifiek. Vandaag, met precisielandbouw, is zijn denkwijze onveranderd, alleen zijn de hulpmiddelen moderner. Nu kan Geert op grote schaal plaatsspecifiek bemesten dankzij satellietbeelden en machines.
Meer meststof voor zones met de beste bodemkwaliteit
Geert kiest vaak voor homogene basisbemesting en bijsturing met variabele bemesting. Vorig jaar bemestte hij een aardappelperceel op basis van satellietbeelden. Op de beelden zag hij welke delen van het veld het goed en minder goed deden. De zwakste planten kregen het minst meststof, de gezondste het meest, want Geert redeneert dat gezonde gewassen meststof beter opnemen dan zwakke gewassen.
De oorzaak is de bodem: het opbrengstpotentieel is altijd gelinkt aan de bodemkwaliteit. Planten die groeien op grond met bodemstructuurschade zullen nooit optimaal water en voedingsstoffen opnemen. Om meststofverliezen te beperken, besliste Geert om variabel kunstmestkorrels te strooien. Hij strooide mestkorrels met 35 eenheden stikstof verschil tussen de laagste en hoogste hoeveelheid. Geert is erg tevreden van het resultaat. Zijn perceel ligt er goed bij, de planten staan uniformer, dus heeft Geert meer opbrengst dan toen hij nog homogeen bemestte.
Geert vergelijkt de satellietbeelden van zijn percelen jaar na jaar om telkens bij te leren en bij te sturen. Zo ervaart Geert duidelijk het belang van een goede bodemconditie na de droogte vorig jaar. De impact van de structuurverschillen in de bodem was bij hem veel groter in de droge periodes. Op bepaalde percelen heeft hij bijvoorbeeld ‘slapende bieten’, waar hij bewust koos voor plaatsspecifieke bemesting. Bepaalde zones nemen weinig of geen nutriënten op, dus heeft het geen zin om die te bemesten.
Grote machines hebben een grote impact
Geert is in 2007 gestart met RTK-GPS. Intussen beschikt hij al over vier systemen. Hij vindt het handig dat hij in principe iedereen naar het veld kan sturen met een vooringestelde GPS: zijn echtgenote, zonen, medewerkers… Hij kan er blindelings op vertrouwen, want de tractor voert exact uit wat je vooraf programmeert. De grondstoffen zijn vooraf berekend en afgemeten, dus bespaart Geert zaaigoed, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn bijna geen verliezen. Daarnaast heeft ook de bodemconditie baat bij GPS-rijden. Geert kan op de kopakker een of meerdere gangen overslaan en moet zo minder kort draaien. Zo beperkt hij bodemstructuurschade.
Grote, zware tractoren met harde banden zijn belastend voor de bodem. Harde banden hebben sneller wielslip, waardoor je band meer omwentelingen maakt dan nodig. De banden slijten sneller en de tractor verbruikt meer energie. Om de bodemconditie optimaal te houden, beperkt Geert het gebruik van zware machines en rijdt hij met lagedrukbanden. “Een mountainbiker gaat toch ook niet met hard geblazen banden het bos in?” Zo ervaarde Geert duidelijk de impact van te zware machines in combinatie met te natte omstandigheden bij de rooi van bieten. Het jaar nadien had hij op datzelfde perceel een lagere tarwe-opbrengst door bodemstructuurschade, stress en ziektedruk bij de planten. En zo leert Geert elk jaar bij…
Blijven dromen en vernieuwen
Als Geert mag dromen over de toekomst, dan somt hij spontaan een lijst technieken op. Om nog efficiënter te bemesten denkt hij aan een sensor die de nutriënteninhoud van zijn perceel plaatsspecifiek bepaalt. Ter ondersteuning van zijn gewasbescherming hoopt Geert dat er snel slimme voorspellings- of monitoringstechnieken op de markt komen. Ziekten tijdig opmerken is volgens hem nog een knelpunt. Bij onkruidbestrijding zou een mechanische schoffelrobot een grote hulp zijn. Al heeft hij wel zijn bedenkingen bij de beperkte werkbreedte van het platform en het logistieke aspect: hoe breng je de robot naar de verschillende percelen?
Sowieso blijft Geert geïnteresseerd in nieuwe technieken. “Niet stilstaan, maar vooruit kijken en blijven bijleren” is zijn motto. Geert houdt ervan om technologie op z’n eigen bedrijf te testen en die kennis met collega-landbouwers te delen. Wees welkom!
Meer info
