Onkruidbestrijding mais, goed begonnen is half gewonnen
De weersomstandigheden zitten niet mee voor de inzaai van maïs. Door het natte voorjaar moeten nog heel wat percelen ingezaaid worden. Maar hier en daar kon toch al maïs gezaaid worden en zijn deze percelen (bijna) toe aan hun onkruidbestrijding. In dit nieuwsbericht worden nog enkele algemene tips en info gegeven in verband met het emissiereductieplan van de actieve stoffen dimethenamid-P en S-metolachloor.
Algemene tips
Onkruidconcurrentie blijft een fytosanitair probleem in de maïsteelt. Maïs heeft door zijn tropische achtergrond namelijk een trage jeugdgroei en daardoor weinig concurrentiekracht tegen onkruiden. Maïs die 2-3 weken groeit met aanzienlijke onkruidconcurrentie verliest snel 10 tot 20 % van zijn opbrengstpotentieel.
Volgende aandachtspunten zijn belangrijk voor een goed gebruik van herbiciden:
- Voldoende fijne en aangedrukte bodem voor een goede werking van bodemherbiciden.
- Behandel de onkruiden tijdig, in een jong stadium. Onkruid is dan namelijk gevoeliger en maïs minder gevoelig voor de herbiciden.
- Combineer werkzame stoffen met een verschillend werkingsspectrum in functie van de aanwezige onkruidflora.
- Bij een vroege toepassing moet er gezorgd worden voor voldoende nawerking door het bodemherbicide, bij een toepassing in het 4-5 bladstadium moet er meer aandacht zijn voor middelen met een contactwerking.
- Vermijd nakiemers door via bodemherbiciden voldoende nawerking te voorzien.
- Voer de onkruidbeheersing uit in goede omstandigheden: bij groeizaam weer (voldoende relatieve vochtigheid) zodat de producten goed opgenomen worden. Tracht wel een vochtig gewas te vermijden, want anders stijgt de kans op fytotoxiciteit voor de maïs.
- Neem voorzorgen om contaminatie van het oppervlaktewater en milieu te vermijden (driftreducerende doppen, correcte dosissen en bufferzones).
Meer info over de onkruidbestrijding van maïs is ook terug te vinden op de website van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen.
Emissiereductieplannen voor de actieve stoffen dimethenamid-P en S-metolachloor!
Uit monitoringsgegevens van het oppervlaktewater blijkt dat in onder andere West-Vlaanderen overschrijdingen voor dimethenamid-p en S-metolachloor worden waargenomen. Beide actieve stoffen worden gebruikt bij de onkruidbestrijding van maïs. Om in de toekomst overschrijdingen in het oppervlaktewater te vermijden, werd voor beide actieve stoffen een emissiereductieplan (ERP) met specifieke maatregelen opgesteld.
De actieve stof van onder andere Frontier Elite, dimethenamid-P, is beperkt tot 1000 g/ha per 12 maanden. De bufferzone voor Frontier is minimaal 5 meter met een 75% antidrifttechniek, wat verplicht is in Vlaanderen. Deze maatergel is geïmplementeerd als onderdeel van deze ERP. Meer info over de maatregelen in het ERP kan je terugvinden via Fytoweb.
Ook voor de actieve stof S-metolachloor (actieve stof van onder andere Dual Gold) gelden extra maatregelen. Ter herinnering, deze actieve stof mag nog gebruikt worden tot 23 juli 2024. Meer info over de maatregelen in het ERP voor S-metolachloor kan je terugvinden op Fytoweb.