Naar een duurzame koolvlieg beheersing: help je mee?
De koolvlieg baart kooltelers de laatste jaren toenemende zorgen. In een warm en droog voorjaar blijken de huidige beschermingsmethoden ontoereikend. Hierdoor neemt het schaderisico in koolteelten geoogst in het voorjaar tot de zomer toe. In het onderzoeksproject SUSCABFLY, gestart in 2021, testen we alternatieve beheersingstechnieken. Het doel van het project is onze ontbrekende kennis over de plaag, de natuurlijke beheersing en beheersingstechnieken bij te werken om tot betere aanbevelingen te komen voor een duurzame beheersingsstrategie. Lees hieronder welke andere oplossingsrichtingen we onderzoeken en wat de eerste resultaten zijn.
Deze natuurlijke bestrijders helpen
Eitjes van de koolvlieg zijn een voedselbron voor loopkevers en kortschildkevers die vooral 's nachts op rooftocht zijn op de bodem tussen de planten. In een veldproef onderzochten we hoe groot de eipredatie is tijdens een piekmoment van eileg in een biologische bloemkoolteelt. Hiervoor legden we een bepaald aantal kunstmatig gekweekte vliegeneitjes aan de planten en telden we daags nadien het aantal overblijvende eitjes. Hieruit bleek dat 76 tot 86% van de eitjes was weg geroofd. Deze reductie bewijst het belang van deze predato
Naast predatie kijken we ook naar de mate waarin larven en poppen geparasiteerd worden. Belangrijke soorten parasitoïden zijn de sluipwesp Tribliographa rapae en de kortschildkevers Aleochara bilineata en A. bipustulata. Om de parasiteringsgraad door deze soorten te bepalen, verzamelen we vliegenpoppen op de proefpercelen. Hogent kweekt ze verder uit in het labo om de ontluikende soorten te identificeren. Op de biologische proefpercelen bij Inagro was gemiddeld 24% van de poppen geparasiteerd door de sluipwesp T. rapae en 12% door Aleochara kevers. Tot meer dan een derde van de poppen bleek dus geparasiteerd. Op de conventionele proefpercelen was de parasiteringsgraad beduidend lager.
Deze alternatieve technieken onderzoeken we
- Nectarplanten voor een betere parasitering: Boekweit, dille en korenbloem blijken in onderzoek de aanwezigheid van de sluipwesp T.rapae te bevorderen. Mogelijk kan een integratie van deze bloemen in het teeltsysteem de natuurlijke onderdrukking van de koolvlieg populatie verhogen.
- Inzet van biologische bestrijders: Bepaalde soorten entomopathogene aaltjes en schimmels zijn beloftevolle bestrijders voor toepassing in de praktijk. In het Suscably project legt PCG proeven aan met de inzet van biologische bestrijders in een voorjaarsteelt bloemkool. Ook Inagro voert parallelle proeven uit. Drie behandelingen met Steinernema aaltjes konden in verschillende proeven de plantuitval met de helft reduceren. Dit resultaat behalen we onder zeer hoge koolvliegdruk. Een combinatie met een proefmiddel op basis van een entomopathogene schimmel toonde in de proef op Inagro potentieel voor een betere bescherming. In de komende twee projectjaren zoeken we verder naar trefzekere combinaties met andere beheersingstechnieken.
- Afdekken van teelten met klimaatnet of insectengaas: Naast het type net is vooral de afdekduur van belang. Onder zeer hoge druk moet je nagenoeg de volledige teeltduur afdekken. Maar hoe langer de afdekduur, hoe belangrijker verschillen in het type net kunnen worden. Afdekken beïnvloedt namelijk het microklimaat in het gewas waarbij temperatuur, RV en licht een rol spelen. Het Proefstation voor de Groenteteelt onderzoekt in het project deze effecten onder verschillende afdekmaterialen. Door deze beter in beeld te brengen, kunnen we de adviezen voor afdekking tegen koolvlieg verder bijstellen en verbeteren.