Migrerende aardvlooien schieten met scherp op jonge koolgewassen
Jonge koolgewassen en vooral bladkolen zonder dikke waslaag zoals rucola, paksoi en Chinese kool worden nu sterk belaagd door aardvlooien. De kleine volwassen kevers eten gaatjes in de kiemblaadjes en jongste blaadjes en schrapen de bovenste laag cellen (epidermis) af van ouder blad of stengels. Het typisch schadebeeld zijn talrijke kleine "schietgaatjes" over het hele bladoppervlak of putjes in bladeren met een dikkere waslaag, vooral aan de bladranden. Bij ernstige schade verdroogt bladweefsel en sterven bladeren af waardoor planten achterblijven in groei of wegvallen. Gezaaide koolteelten zijn tijdens de opkomst nu zeer gevoelig voor schade.
Van waar komen ze?
De aardvlooien die nu actief zijn, zijn vorige zomer in juli en augustus als volwassen kever ontloken. Van oktober tot maart overwinteren ze als adult in strooisellagen op beschutte plaatsen nabij het veld waar ze zich in het najaar gevoed hebben. In het voorjaar komen ze terug tevoorschijn vanaf een gemiddelde dagtemperatuur boven de 11°C. Ze voeden zich dan eerst met wilde kruisbloemige planten, b.v. herderstasje of herik. Vanaf 14 tot 16°C beginnen ze ook te vliegen en kunnen ze zich verder verplaatsen naar waardplanten. Bij dagtemperaturen van 17°C of meer zijn ze maximaal actief.
Resultaten eerste monitoringsjaar VLAIO traject
Inagro, PSKW en Hogent zijn vorig jaar gestart met het monitoren van aardvlooien in koolgewassen, koolzaad en vlas. Tijdens de teeltperiode gebruiken we hiervoor gele vangplaten. Daarnaast gebruiken we ook vallen met een lokstof die aantrekkelijk is voor Phyllotreta soorten. De aardvlo vangsten worden wekelijks geteld en op soort geïdentificeerd. De kleine gestreepte koolaardvlo (Phyllotreta undulata), de grote gestreepte koolaardvlo (P. nemorum) en de blauwe koolaardvlo (P. cruciferae) zijn de drie dominante soorten die we in 2024 vonden op 11 percelen met koolgewassen. We telden hoge aantallen van juli tot eind augustus.
Vanaf het late najaar en in de winter gebruikten we zogenaamde “uitsluipvallen”. De aardvlooien die uit de strooisellaag onder deze tentjes terug actief worden, vangen we in een beker bovenin de top van de tent. We namen ook strooisellaag monsters om na te gaan of er aardvlooien uitkomen.
Wanneer worden overwinterde kevers terug actief?
In 2024 zagen we midden maart al activiteit in uitsluipvallen. Vanaf dan komen de eerste aardvlooien uit hun winterslaap. De meeste kevers worden actief eind april - begin mei. Mogelijk verschilt dat ontwaakmoment per soort; dat moet een verdere analyse van onze data nog uitwijzen. Uit de strooisellaag monsters rond velden met een gekende aardvlo aanwezigheid vonden we in het algemeen lage aantallen overwinterende aardvlooien. Die vonden we vooral in bladafval onder struiken en bomen. In de uitsluipvallen op Inagro vonden we ook de hoogste aantallen nabij een houtkant.
Eileg en ontwikkeling larven
De aardvlooien voeden zich om daarna te paren en eitjes te leggen. De eileg gebeurt vanaf tweede helft mei. Afhankelijk van de soort leggen ze eitjes op de grond of op de bladeren van hun waardplanten. De larven voeden ze zich met de wortels of mineren in de bladeren of stengels. Deze schade wordt meestal niet opgemerkt en heeft weinig impact.
Het larvestadium is mogelijk wel het meest geschikt om biologische bestrijders in te zetten. In een proef op Inagro en PSKW zullen we nagaan of entomopathogene aaltjes of schimmels potentieel bieden om de larven te bestrijden. Daarmee beogen we de ontluiking van een massa nieuwe kevers te beperken. Deze 'zomerkevers' voeden zich van augustus tot oktober op koolgewassen voor ze de winter ingaan. Op beide praktijkcentra starten we de proef alvast met een goede startpopulatie. Na het toepassen van de biologische controleorganismen in mei en juni, zullen we in juli de aantallen ontluikende nieuwe kevers per behandeling meten. Zo kunnen we het effect van de behandelingen bepalen.