Hoe goed scoren mijn bodemanalyses?
Het is heel belangrijk dat land- en tuinbouwers zich bewust worden van de chemische bodemkwaliteit van hun eigen percelen door enerzijds een overzicht te hebben van de evolutie van het koolstofpercentage (%C) en zuurtegraad (pH) op hun eigen percelen in de afgelopen jaren maar anderzijds hoe deze cijfers zich situeren t.a.v. de collega-landbouwers met een gelijkaardige bedrijfsvoering. Waar zien we vooral (trends van) tekortkomingen en wat kan eraan gedaan worden?
Vooral rond de vraag “Hoe goed doen mijn percelen het in vergelijking met gelijkaardige bedrijven?”, trachten we en antwoord te bieden door historische analyseresultaten van het labo van Inagro gedetailleerder te bekijken. De sector hebben we ingedeeld in vier categorieën:
- akkerbouw (AKK) (zoals suikerbiet, aardappelen, vlas …),
- akkerbouwmatige groenteteelt (AGR) (zoals stamslabonen, wortelen, ajuin …),
- intensieve groententeelt (IGR) (zoals bloemkool, prei, courgette …)
- ruwvoeder productie (RVD) (zoals maïs, voederbiet, gras …).
Hierbij bekijken we deze cijfers verder per textuur. Neem ook zelf je analyseresultaten bij de hand en vergelijk met het gemiddelde resultaat van je collega’s!
Gemiddelde analysewaarde per sector en per textuur
pH-KCl; analysewaardes Ca, K en Mg uitgedrukt in mg/100g droge grond. (bron: labo Inagro)
Sector |
Textuur |
pH | %OC | Ca | K | Mg |
---|---|---|---|---|---|---|
AKK |
klei |
7.2 | 1.8 | 2214 | 35 | 58 |
AGR | klei | 6.5 | 1.7 | 1093 | 30 | 36 |
IGR | klei | 7.1 | 1.7 | 1581 | 33 | 47 |
RVD | klei | 6.8 | 2.8 | 1478 | 34 | 59 |
AKK | leem | 6.4 | 1.3 | 272 | 22 | 20 |
AGR | leem | 6.2 | 1.2 | 185 | 18 | 18 |
IGR | leem | 6.4 | 1.3 | 246 | 25 | 19 |
RVD | leem | 6.0 | 1.5 | 205 | 18 | 21 |
AKK | zandleem | 6.2 | 1.2 | 232 | 22 | 19 |
AGR | zandleem | 6.2 | 1.2 | 168 | 22 | 17 |
IGR | zandleem | 6.3 | 1.3 | 209 | 23 | 19 |
RVD | zandleem | 5.9 | 1.7 | 241 | 20 | 22 |
AKK | zand | 5.3 | 1.3 | 114 | 15 | 10 |
AGR | zand | 5.6 | 1.3 | 101 | 17 | 11 |
IGR | zand | 5.8 | 1.4 | 139 | 18 | 13 |
RVD | zand | 5.5 | 1.7 | 128 | 14 |
12 |
Wat leren de chemische analysecijfers ons?
Kleigronden
Op kleigronden wordt een gemiddelde suboptimale pH gemeten van 6,5 bij AGR en 6,8 bij RVD. Vooral bij AGR vertaalt dit zich ook in een te laag calciumgehalte in de bodem. Bij een te lage pH en te laag calciumgehalte, wordt een bekalking aangeraden, maar bij een optimale pH en te laag calciumgehalte zal een bemesting met CaSO4, bv. gips, citrocal … worden aangeraden. Dit laatste zal de pH immers niet beïnvloeden, terwijl het calciumgehalte wel wordt aangevuld, wat bevorderlijk is voor de bewerkbaarheid van de bodem. Op zware gronden zien we vaak ook hogere analysecijfers voor magnesium. Als de verhouding van calcium ten opzichte van magnesium kleiner is dan 50, dan is de situatie gunstig voor akkerland. Bij weides mag deze verhouding maximaal 30 bedragen.
Leemgronden
Op leemgronden wordt een gemiddelde pH gemeten voor alle sectoren die binnen de streefzone zit. De laagste waarde wordt gemeten bij de RVD-sector. Het calciumgehalte lijkt overal gemiddeld gezien goed te zitten. Eveneens is dit een trend die we vaststellen bij alle nutriënten binnen deze textuurklasse. Bij de IGR lijkt de grootste voorraad kalium opgemeten te worden. Als de verhouding van kalium ten opzichte van magnesium kleiner is dan 2,5; dan is de situatie gunstig voor akkerland. Bij weides dient deze verhouding kleiner te zijn dan 2.
Zandleemgronden
Op zandleemgronden meten we een laagste gemiddelde pH-waarde in de RVD sector, maar wel met een gerelateerde hogere calciumwaarde. Ook wordt er meer magnesium gemeten in relatie tot de kalium. Voor de andere sectoren worden relatief geen extreme gemiddelde waardes vastgesteld.
Zandgronden
Op zandgronden wordt de laagste pH gemeten in de AKK sector en de RVD sector. Als we de overige nutriënten beschouwen, stellen we vast dat er gemiddeld minder nutriënten worden gemeten in de AKK sector. In de IGR worden dan terug de meeste nutriënten gemeten.
Maak zelf de vergelijking
