Een stapje verder in het onderzoek naar maatregelen voor ammoniakreductie
Het project RAMBO wil veehouders helpen met het verlagen van de stikstof- en methaanuitstoot op varkens- en pluimveebedrijven. We deden een oproep naar haalbare en effectieve maatregelen of technieken voor ammoniakreductie in de stal. Maar liefst 52 ideeën werden ingezonden. Ze werden allemaal grondig geëvalueerd én afgetoetst met veehouders en andere stakeholders. Zo komen we tot een selectie die door de ganse sector gedragen is.
Het Interreg Vlaanderen-Nederland project 'RAMBO' zoekt innovatieve oplossingen voor ammoniak- en methaanreductie. In oktober 2023 deden de projectpartners een oproep binnen hun netwerk. De ingezonden ideeën werden gescreend: ze moeten toepasbaar zijn in varkens- en/of pluimveestallen, brongericht (emissies vermijden daar waar ze ontstaan) en bij voorkeur bewezen dat het werkt in de praktijk. Het resultaat:
- 13 maatregelen en technieken voor de varkenssector
- 22 maatregelen en technieken voor de pluimveesector
Eerste selectiecriteria
Niet elk voorstel kunnen we in detail onderzoeken. Daarom zaten experts samen om een eerste selectie te maken. Enkel maatregelen en technieken die voldeden aan onderstaande criteria werden weerhouden:
- via bronaanpak emissies voorkomen (geen end-of-pipe maatregel);
- reductie op stalniveau (niet op bedrijfsniveau);
- inpasbaar op de testbedrijven van projectpartners Proefbedrijf Pluimveehouderij, ILVO en De Hoeve Innovatie;
- en wetenschappelijk aangetoond.
Tweede selectie op basis van feedback uit de sector
De onderzochte oplossingen moeten haalbaar zijn, daarom betrekken we zoveel mogelijk veehouders en stakeholders uit de grensregio. Tijdens de kick-off van het project op 6 november 2023 organiseerden we workshops om de weerhouden maatregelen en technieken af te toetsen met de klankbordgroep van project RAMBO. De tweede selectie gebeurde op basis van hun feedback bij zes stellingen:
- Welke maatregelen zijn makkelijk in te passen in je management?
- Welke maatregelen lijken meest effectief?
- Welke maatregelen zijn economisch haalbaar?
- Welke maatregelen zijn makkelijk te borgen?
- Zijn er bijkomende voordelen bij sommige maatregelen?
- Zijn er nadelen verbonden aan specifieke maatregelen die nu nog niet aan bod kwamen?
De maatregelen werden in kleine groepen beoordeeld op de effectiviteit, voor- en nadelen, economische haalbaarheid, inpasbaarheid en borging van resultaten. De algemene conclusie was dat men vooral op vlak van voeding en mest- of strooiselmanagement kansen ziet om ammoniakemissies te gaan reduceren.
Gekozen maatregelen en technieken voor verder onderzoek
Zowel de klankbordgroep varkenshouderij als pluimveehouderij kwam tot een selectie van maatregelen met potentieel. Volgende week lees je meer uitleg over de werking van deze maatregelen en technieken.
Varkenshouderij
- Voederaanpassing (verlaging elektrolytenbalans)
- Zeolieten in voeder (waarschijnlijk clinoptiloliet)
- Luchtfilter in de stal (stallucht wassen voor het verlaten van de stal)
- Mestputadditief - onder voorbehoud
- Dagontmesting
- Vrijloopkraamhok (pilootopstelling)
Pluimveehouderij
Legkippen
- Vergelijking huisvestingssysteem (verrijkte kooi – Code2+ - volière)
- Vergelijking rassen (witte versus bruine hennen)
- Frequentie strooisel verwijderen (bij volières)
- Frequentie mest afdraaien (bij kooien)
- Toevoeging van zeolieten aan voer en/of strooisel
Vleeskuikens
- Aangezuurde stropellets - Strovan
- Vlaspellet strooisel
- Toevoeging van zeoliet aan het strooisel
- Toevoeging van zeolieten aan het voeder
- Optimalisatie voedersamenstelling
Hoe gaan we verder?
In de eerstvolgende maanden maken we afspraken met leveranciers en aanbieders van technieken en verdiepen we ons verder in de werking van de te testen maatregelen. We stellen ook protocollen en meetplannen op en maken meetopstellingen operationeel om de ammoniakemissie te kunnen meten.
Vanaf mei starten de eerste proeven in de stallen. Gedurende twee jaar gaan we onderzoek doen naar ammoniakreductie middels voer, huisvesting, stalklimaat en management. Ook de neveneffecten zoals methaan, diergezondheid en dierenwelzijn worden bekeken. Zo beoogt het project een integrale benadering.