Bio past in de ambitie naar een duurzame voedselstrategie!
Met de trefdag ‘biologische landbouw 2030’ op 11 maart 2022 gaf Inagro het startschot van een feestjaar ‘20 jaar proefbedrijf biologische landbouw’. De Europese ambitie voor 25% bio in 2030 werd afgetoetst aan de Vlaamse praktijk. Bio past in een noodzakelijke omslag naar een duurzame voedselstrategie. Om dit kracht bij te zetten, is een stevige aanpak nodig.
”Inagro had reeds in de jaren ’90 de eerste proeven en projecten voor biologische landbouw. Dit was toen minder evident dan vandaag”; opende Mia Demeulemeester de trefdag.
Om haar ambitie kracht bij te zetten, koos de provincie West-Vlaanderen voor een volwaardig proefbedrijf biologische landbouw. Verschillende sites kwamen in beeld, maar uiteindelijk viel het oog op een boerderij vlak naast de site van het toenmalige POVLT (nu Inagro). In 20 jaar tijd is het proefbedrijf biologische landbouw uitgegroeid tot een belangrijk ankerpunt voor Inagro en voor de volledige biologische sector. De eerste GPS, de bouw van de nieuwe loods in 2010, de Treffler-wiedeg en de omschakeling naar vaste rijpaden met niet-kerende grondbewerking in 2015 waren hierbij enkele belangrijke scharniermomenten.
“De progressie in onkruidbestrijding, bodemvruchtbaarheid en biologische ziektebeheersing zorgen ervoor dat de biosector geëvolueerd is naar een volwassen sector die de nodige teeltzekerheid en kwaliteit kan borgen. Deze kennis heeft ons ook het zelfvertrouwen gegeven om in 2016, met de eerste trefdag bio, nieuwe telers aan te spreken voor omschakeling naar biologische landbouw. Sindsdien is het Vlaamse bio-areaal bijna verdubbeld en ook gangbare telers kijken vandaag met grote interesse naar deze kennis”, stelt gedeputeerde Bart Naeyaert vast.
Het proefbedrijf biologische landbouw is hiermee een ‘living lab’ avant la lettre en wil deze rol ook blijven spelen in de komende 20 jaar. De Farm-to-Fork-strategie is hierin een belangrijk kader.
Bioboeren zijn de pioniers van de duurzame landbouw van de toekomst
Het Europese actieplan biologische landbouw past volgens Tom Vandenkendelaere, Europees Parlementslid voor CD&V, in de gewenste transitie richting een meer duurzaam voedselsysteem in Europa. Europa wil inzetten op een duurzame en klimaatneutrale samenleving in 2050. Deze ambitie is neergeschreven in de Europese Green Deal en voor landbouw vertaald naar de ‘Farm-to-Fork-voedselstrategie’. Het beperken van voedselverliezen, duurzame consumptie, duurzame verwerking en distributie en duurzame voedselproductie zijn de vier grote ambities van de Farm-to-Fork. De ambitie voor 25% biologische landbouw past hierin, aldus Tom Vandenkendelaere.
”Bioboeren zijn de pioniers van de duurzame landbouw van de toekomst”. Toch mag deze ambitie niet als absoluut aanzien worden. Belangrijker is om ‘bottom-up’ en marktgericht te groeien. Het boosten van de consumptie is daarom een eerste belangrijke as in het EU-actieplan. Algemene informatiecampagnes en het gericht inzetten op bio in de catering kunnen hiertoe bijdragen.
Een tweede as zet in op het stimuleren van de productie. Het nieuwe GLB is hierin een belangrijk instrument voor zover de lidstaten dit ook benutten. Daarnaast zet Europa ook hard in op onderzoek en innovatie en op organisatie.
De derde as zet in op een duurzame doorontwikkeling van de (biologische) landbouw met onder andere aandacht voor meer genetische biodiversiteit en alternatieve gewasbescherming.
5% bio in 2030 in Vlaanderen is eerlijke ambitie
Bram Moeskops, Research & Innovation Manager bij IFOAM Organics Europe, de Europese koepelorganisatie van de biologische sector ziet alvast heel wat kansen in het nieuwe Europese actieplan. Bio heeft een rolmodel en kan de Europese landbouw in zijn geheel op een hoger niveau tillen. Niet toevallig is bio de enige positieve doelstelling, namelijk groeien naar 25%, in de Farm-to-fork-strategie, terwijl de andere doelstellingen negatief zijn geformuleerd (50% minder chemische gewasbescherming, 50% minder nutriëntenverliezen, 50% minder antibiotica,…). Toch ziet ook Bram die 25% eerder als een aspiratie, dan wel als een bindend doel. Dit percentage geldt overigens op Europees niveau en niet voor elke lidstaat afzonderlijk.
Voor Vlaanderen is volgens IFOAM 5% bio in 2030 een eerlijke bijdrage aan de Farm-to-Fork ambitie. Vlaanderen heeft hiervoor ook de nodige instrumenten in handen. Vlaanderen kan via haar promotiebeleid meer bekendheid geven aan bio en kan inzetten op meer bio in de overheidscatering.
“Vlaanderen kan via het GLB de biologische sector actief aansturen en de sector versterken via het faciliteren van onderzoek, advies en ketenorganisatie. Een sterk, concreet, ambitieus en participatief Vlaams actieplan voor biologische landbouw kan deze ambitie kracht bij zetten”, concludeert Bram zijn bijdrage aan de trefdag.
30% bio in 2030 in Wallonië
De kracht van een ambitieus strategisch plan blijkt alvast uit de ervaring van onze zuiderburen in Wallonië. Philippe Grogna, directeur van BioWallonie, gaf ons een korte en leerrijke inkijk. 12% van het Waalse landbouwareaal, goed voor 90.000 ha werd in 2020 biologisch bewerkt. Drie vierden van dit areaal is weliswaar grasland. Toch komen ook akkerbouw (ruim 20.000 ha) en groenten (ruim 2000 ha) meer en meer opzetten. Ook de Waalse consument weet bio te smaken en vertaalt dit ook effectief in het koopgedrag.
Waar het gemiddelde marktaandeel voor bio op Belgisch niveau 3,5% bedraagt, is dit in Wallonië goed voor 5%. In een nieuw actieplan biologische landbouw mikt Waals Minister van Landbouw W. Borsus op 30% bioareaal en 18,7% marktaandeel in 2030. Hiervoor is een breed actieplan opgezet rond negen hefbomen: dataverzameling, informatie, sensibilisatie, begeleiding, onderwijs, onderzoek, financiële steun,… die samen de gehele sector (productie, verwerking, handel, consumptie,…) omvatten.
“De erkenning van de sector die dit plan uitstraalt en de integrale sectorbenadering zijn twee belangrijke verdiensten van dit nieuwe actieplan”, besluit Philippe Grogna.
Een evenwichtige groei en een goede afstemming tussen productie en afzet is anderzijds een belangrijke bezorgdheid.
Bio past in een noodzakelijke omslag naar een duurzame voedselstrategie
In een aansluitend panelgesprek met Alexander Claeys (Bioforum), Guy Vandepoel (Boerenbond), Hendrik Vandamme (ABS), Els Bonte (Departement Landbouw en Visserij) en Jeroen Vanbelleghem (Bioplanet) trok moderator Stef Dehullu de focus naar Vlaanderen. Alexander Claeys opende het gesprek met het groeitraject van de sector in de voorbije jaar. Bio ontpopte zich tot een oplossing voor een aantal problemen die zich vandaag stellen. Als voorzitter van Bioforum wil Alexander Claeys daarom ook de hand reiken naar andere organisaties om samen de gewenste transitie in te zetten. Ook voor Boerenbond is bio niet nieuw. Sinds 1998 is er binnen Boerenbond een werkgroep bio en bio wordt ook regelmatig geagendeerd op de sectorvakgroepen. Bio evolueerde binnen Boerenbond naar een gerespecteerd verdienmodel. Op de vraag of de Vlaamse landbouw in het verleden een verkeerde weg insloeg, antwoorden beide gangbare landbouworganisaties negatief.
Intensieve landbouw was in Vlaanderen lange tijd de enige keuze, maar komt nu op een scharniermoment. Bio kan een nieuw verdienmodel bieden, mits ook de markt volgt. Als voorzitter van de VLAM erkende Guy Vandepoel dat de VLAM hierin, naast de overheid en de effectieve ketenactoren, een belangrijke rol heeft. Hendrik Vandamme haalde het Vlaamse wetgevende kader en de onzekerheid over de markt aan als belangrijke drempels om als gangbare landbouwer de stap naar bio te zetten. En soms haalt de realiteit ook mooie visies in. Hendrik vreest dat een grote groep consumenten in de huidige omstandigheden geen budget meer heeft voor dure voeding. Als vanzelf kwamen de drie landbouwbonzen tot het besluit dat bio daarom past in een noodzakelijke omslag naar een duurzame voedselstrategie in Vlaanderen.
Bioplanet, die ondertussen 20 jaar bestaat, pikt in op deze behoefte. Tijdens de coronapandemie kende bio een belangrijke boost, maar deze blijkt niet duurzaam. De consument vervalt ondertussen in zijn oude gewoontes. Het is daarom belangrijk dat de overheid het bewustzijn van de consument actief triggert. In Wallonië lijkt bio meer aan te slaan dan in Vlaanderen. Maar ook Bioplanet blijft niet bij de pakken zitten en blijft innoveren in een inlands en hip biologisch aanbod. De recente samenwerking met enkele Vlaamse akkerbouwers voor Vlaamse biologische tarwe past bijvoorbeeld in deze strategie.
Els Bonte van het Departement Landbouw en Visserij houdt op dit moment de pen vast voor een nieuw Vlaams actieplan 2023-2027 voor biologische landbouw. Hiervoor loopt op dit moment een consultatieronde met de brede sector. Het valt haar op dat ook de Vlaamse bioboeren erg voorzichtig zijn in het uitspreken van groeiambities uit vrees voor een aanbodgestuurde markt. Toch nodigden de landbouworganisaties, Els en de Vlaamse overheid uit om ambitie te hebben. Je moet ambitie hebben om iets te bereiken!
En ook voor Inagro zag het panel een rol weggelegd in de verdere ontwikkeling van de biologische sector samen met de andere praktijk- en onderzoekscentra in Vlaanderen. Inagro en het proefbedrijf biologische landbouw staan met de voeten in het veld. Vanuit deze ervaring is Inagro een belangrijke kennispartner voor biologische en omschakelende telers zowel via publieke voorlichting als via bedrijfsbegeleiding op maat en triggert het biobedrijf ook gangbare telers in hun gangbare bedrijfsvoering. Misschien moet deze focus ook verbreed worden naar het onderwijs?
2000 ha biologische groenten in 2032?
“Inagro heeft als ambitie en missie om de (West)Vlaamse land- en tuinbouwer de kansen te tonen die zich aandienen. Biologische landbouw past hierin. Ambities geven richting aan, maar mogen niet fixeren’, concludeert gedeputeerde Bart Naeyaert. “De provincie West-Vlaanderen durft hierbij regelmatig zijn nek uitsteken en doet dit ook voor bio. In 2016 deed de provincie dit met de eerste trefdag bio onder de noemer ‘1000 ha bio gezocht’. Deze zijn ondertussen ruim gerealiseerd. Was het een overmoedige bui of niet?”
De gedeputeerde besloot met de ambitie voor 2000 ha biologische groenten in West-Vlaanderen in 2032. Laat ook hier niet het cijfer, maar de richting belangrijk zijn!