Bio in cijfers
Biobedrijven en bioareaal
154 biolandbouwbedrijven
Eind 2021 beschikte Vlaanderen over 621 landbouwbedrijven onder controle voor biologische productie. 20% van deze bioboeren beoefent niet enkel een landbouwactiviteit, maar is ook nog actief als bereider, verdeler, verkooppunt en/of importeur van biologische producten. West-Vlaanderen heeft in absolute cijfers de meeste biolandbouwbedrijven, met name 154. De provincie kent met net geen 2% wel het laagste aandeel biolandbouwers in het totale aantal landbouwbedrijven.
Sterkste toename in bioareaal
De totale bio-oppervlakte in Vlaanderen bedroeg eind 2021 9.823 hectare, een stijging met 8% ten opzichte van 2020. Drie kwart ervan is volledig biologisch, de rest betreft areaal in omschakeling naar bio. Daarmee maakt het bioareaal 1,6% uit van het totale Vlaamse landbouwareaal. De grootste bioarealen zijn te vinden in West-Vlaanderen (2.561 ha) en Oost-Vlaanderen (2.135 ha). Samen vertegenwoordigen zij 48% van de totale bio-oppervlakte. West-Vlaanderen is ook de provincie met de sterkste toename in bioareaal (+16% t.o.v. 2020).
Bedrijfstakken en teeltgroepen
Groenteteelt blijft belangrijkste specialisatie
Net als de totale Vlaamse land- en tuinbouw wordt biologische landbouw gekenmerkt door een sterke specialisatiegraad: 86% van de biolandbouwbedrijven haalt het grootste deel van de bedrijfsopbrengsten uit één specifieke bedrijfstak. Met een aandeel van 31% blijft de groenteteelt (in openlucht en onder glas) de belangrijkste specialisatie in de biosector. Op de tweede plaats vinden we de gespecialiseerde dierlijke productie met een aandeel van 19%, gevolgd door de gespecialiseerde fruitteelt en akkerbouw (beide 15%). De vaakst voorkomende specialisaties bij de biologische dierlijke productie zijn de leghennen- en melkveehouderij met beide een aandeel van 5% van alle biolandbouwbedrijven.
Net geen derde van akkerbouwareaal in West-Vlaanderen
Kijken we naar het areaal van de teeltgroepen, dan blijven grasland, weiden en bossen met een aandeel van 36% in het totale Vlaamse biologisch areaal de belangrijkste teeltgroep. De voedergewassen en groenbedekkers staan op de tweede plaats. Zij maken meer dan een kwart van het bioareaal uit en vertoonden in 2021 de sterkste groei. Deze teeltgroep bestaat voornamelijk uit klavergewassen die gebruikt worden ter verbetering van de bodemstikstofvoorziening en als eiwitrijk ruwvoeder in de veeteelt. Akkerbouwteelten (excl. aardappelen) verliezen een beetje terrein en nemen 16% in van de Vlaamse bio-oppervlakte. Net geen derde van het akkerbouwareaal ligt in de provincie West-Vlaanderen. Het telen van aardappelen, groenten en kruiden beslaat 12% van de biologische oppervlakte. Met 7% groei zet de biologische fruitteelt de positieve trend van voorgaande jaren door.
Biodieren
192 van de 621 Vlaamse biolandbouwers (dat is 31%) hebben dieren op het bedrijf die onder biocontrole staan, al dan niet in combinatie met een vorm van plantaardige bioproductie. Dat zijn er 12% meer dan in 2020. Het totale aantal dieren die in Vlaanderen onder biocontrole staan, groeide in 2021 met 12%. Pluimvee buiten beschouwing gelaten, is de aangroei van de biologische veestapel 16%. Toch blijft het aantal biologisch gehouden dieren zeer beperkt in vergelijking met de totale veestapel in Vlaanderen. Het hoogste aantal varkens en runderen is te vinden in West-Vlaanderen, en dat wordt ook weerspiegeld in de biolandbouw. Ruim 4 op de 10 biovarkens en biorunderen zijn geregistreerd in onze provincie.
Hogere uitgaven voor bio-onderzoek, voorlichting en kennisuitwisseling
De financiering van onderzoeksprojecten gebeurt via diverse kanalen. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij betaalt subsidies aan onderzoeksinstellingen om hun werking te bekostigen, biedt jaarlijkse steun aan het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de biologische teelt (CCBT) voor de coördinatie van het praktijkonderzoek en de financiering van onderzoeksprojecten door de erkende praktijkcentra en ondersteunt demonstratieprojecten gericht op de biologische landbouw via het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO). Het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) cofinanciert jaarlijks "Landbouw-trajecten" die ook een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de biologische sector. De overheidsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, voorlichting en kennisuitwisseling bedroegen in het kalenderjaar 2021 meer dan 1,6 miljoen euro. Dat is een stijging met ruim een kwart tegenover 2020.
Wanneer we gedetailleerd bekijken hoe de overheidsmiddelen voor onderzoeksprojecten gericht op de biologische sector thematisch verdeeld zijn, dan blijkt dat projecten gericht op gewasbescherming (zowel bescherming tegen ziekten en plagen als onkruidbeheersing) met een aandeel van 36% nog steeds de grootste hap uit de totale onderzoeksuitgaven ontvangen. In 2021 werd 20% van de middelen voor bio-onderzoek toegekend aan projecten rond diervoeder. Aan verschillende van die onderzoeken is ook een klimaatcomponent verbonden. Op de derde plaats vinden we de overheidsuitgaven voor onderzoek naar bodem, bodembeheer en bemesting met een aandeel van 15%. Ter vergelijking: in kalenderjaar 2020 vertegenwoordigde dit thema slechts 2% van de totale uitbetaalde onderzoeksmiddelen.
Opleiding en advies blijven populair
Landwijzer vzw organiseert al verscheidene decennia een beroepsopleiding voor wie professioneel actief wil worden in de biolandbouw. In 2021 waren er in totaal 95 inschrijvingen. Er studeerden 20 landbouwers af, waarvan er 17 effectief aan het werk gingen in de bioproductie. Elk jaar bieden verschillende organisaties - zoals Landwijzer vzw, het Nationaal Agrarisch Centrum en de praktijkcentra - daarnaast verscheidene vormingen aan voor mensen die al actief zijn in de sector en hun kennis over biolandbouw willen verdiepen. Landbouwers en land- en tuinbouwscholen die advies zoeken over de omschakeling naar bio kunnen daarvoor terecht bij Bio zoekt Boer, een partnerschapsproject van Boerenbond, ABS en BioForum, waar ook Inagro aan meewerkt. Naast kosteloos eerstelijnsadvies van Bio zoekt Boer kunnen landbouwers en land- en tuinbouwscholen ook gebruik maken van gesubsidieerde bedrijfsadvisering in de biologische landbouw. Zij kunnen zich wenden tot erkende biobedrijfsadviseurs voor omschakelingsadvies, de opmaak van een biobedrijfsplan, startersadvies en biobedrijfsadvies.
Benieuwd naar meer?
Bron cijfers en tekst: Rapport "De biologische landbouw" van agentschapo Landbouw en Zeevisserij - Met medewerking van Karel Moentjens, Beleidskern Economie, Provincie West-Vlaanderen - Afbeeldingen: Panach' (Wervik)