
Ui: hoe bestrijd je trips?

Heidi Vandekerckhove
Veldsituatie van ui
Via specifieke waarnemingspercelen volgen Inagro en Viaverda de veldsituatie van ui wekelijks op. Onze bevindingen zenden we in een waarschuwingsbericht naar de aangesloten telers.
Kennis van levenscyclus als basis
Om trips goed te beheersen is kennis van de levenscyclus onontbeerlijk. Trips doorloopt in zijn levenscyclus zes stadia:
- eistadium;
- twee larvale stadia;
- voorpop- en popstadium;
- adulte stadium.
In de winter komen bij trips twee generaties naast elkaar voor: een die overwintert als volwassen trips en een die overwintert als poppen.
Snelle ontwikkeling bij warm weer
Tripspopulaties groeien zeer snel onder warme omstandigheden. Trips hebben een basistemperatuur van 11,5 °C nodig om zich te ontwikkelen. Om van larve tot volwassen trips te gaan, is een temperatuursom nodig van ongeveer 125 tot 140 daggraden. Een volledige levenscyclus is doorlopen bij het bereiken van de temperatuursom 211 tot 245.
Per seizoen komen meerdere cycli voor. Bovendien kan je vaststellen wanneer een bepaalde generatie ontwikkeld is tot larve (86,3 tot 104,5 daggraden). Dergelijke kennis laat je toe het optimale behandelingstijdstip te bepalen.
Nauwe monitoring met blauwe plakval
Trips zijn aangetrokken door een blauwe kleur. Daarom gebruiken we kleine tweezijdige blauwe plakvallen. Per waarnemingsveld stelt Inagro drie plakvallen op. De aanwezige trips op deze plakvallen tellen we wekelijks onder de microscoop.
Ook voor de monitoring van de uienvlieg zetten we blauwe plakvallen in. De uienvlieg kent twee tot drie generaties in onze streken.