staalnemer

Nitraatresidu: bedrijfsevaluatie

Van 1 oktober tot 15 november kan je op een of meerdere percelen het nitraatresidu laten meten. Hoe gaat dit in zijn werk? En wat zijn nu de gevolgen van het gemeten nitraatresidu?

Wanneer krijg je een bedrijfsevaluatie?

Een nitraatresidubepaling op meerdere percelen heet een bedrijfsevaluatie. Deze evaluatie krijg je: 

  • na een negatieve bedrijfsevaluatie vorig jaar,
  • bij de aanvraag van een vrijstelling voor gebiedsgerichte maatregelen,
  • na een negatieve perceelsevaluatie vorig jaar,
  • of als maatregel na doorlichting.
     

Wat zijn drempelwaardes?

De relevante drempelwaarde is afhankelijk van het gebiedstype waarin het bemonsterde perceel ligt, de textuur van het perceel en de hoofdteelt die er verbouwd werd.

Gebiedstype 2/3 Gebiedstype 0/1
Teelttype Bodemtype DW1 DW2 DW1 DW2
Gras   60 170 80 200
Maïs Zand 65 130 80 160
Niet-zand 75 150 85 170
Granen Zand 65 145 80 180
Niet-zand 75 165 80 180
Aardappelen   85 155 90 165
Spec. teelten   85 190 90 200
Bieten Zand 60 135 80 180
Niet-zand 70 155 80 180
Overige teelten Zand 65 135 80 180
Niet-zand 75 155 80 180

Welke drempelwaardes zijn er en hoe gebeurt de beoordeling?

De nitraatresidubepalingen worden aan dezelfde drempelwaarden als bij een perceelsevaluatie getoetst. Bijkomend wordt rekening gehouden met de verbouwde oppervlakte van de teeltgroepen. Men spreekt van een gewogen gemiddeld nitraatresidu. Dit betekent dat de teeltgroep met de grootste oppervlakte de grootste invloed heeft.
  • Voorbeeld bedrijf van 50 ha:

    20 ha grasland

    • 10 ha gebiedstype 0
    • 10 ha gebiedstype 2

    20 ha maïs

    • 10 ha gebiedstype 0 (zand)
    • 10 ha gebiedstype 2 (niet-zand)

    10 ha aardappelen

    • 5 ha gebiedstype 1
    • 5 ha gebiedstype 2
  • Berekening gewogen drempelwaarde

    • 10 ha gras, GT 0 = 80/50 ha x 10 ha = 16
    • 10 ha gras GT 2 = 60/50 ha x 10 ha = 12
    • 10 ha maïs GT 0 (zand): 80/50 ha x 10 ha = 16
    • 10 ha maïs GT 2 (niet-zand): 75/50 ha x 10 ha = 15
    • 5 ha aardappel GT 1: 90/50 ha x 5 ha = 9
    • 5 ha aardappel GT 2: 85/50 ha x 5 ha = 8,5

    De gewogen 1ste drempelwaarde voor het voorbeeldbedrijf wordt dus: 16+12+16+15+9+8,5 = 76,5 kg nitraat/ha

  • Berekening gewogen nitraatresidu

        Grasland: (34 + 50)/2 = 42 kg nitraat/ha

    •     Perceel 1: 34 kg nitraat/ha
    •     Perceel 2: 50 kg nitraat/ha

     

        Mais: (70+50+60)/3 = 60 kg nitraat/ha

    •     Perceel 3: 70 kg nitraat/ha
    •     Perceel 4: 50 kg nitraat/ha
    •     Perceel 5: 60 kg nitraat/ha

     

        Aardappel: (120 + 50)/2 = 85 kg nitraat/ha

    •     Perceel 6: 120 kg nitraat/ha
    •     Perceel 7: 50 kg nitraat/ha

     

    Het gewogen nitraatresidu per teeltgroep wordt: 

    •     Gras: (42 kg nitraat x 20 ha gras)/(50 ha totaal areaal) = 16,8 kg nitraat
    •     Mais: (60 kg nitraat x 20 ha maïs)/(50 ha totaal areaal) = 24 kg nitraat
    •     Aardappel: (85 kg nitraat x 10 ha aardappel)/(50 ha totaal areaal) = 17 kg nitraat

    Het gewogen nitraatresidu voor dit voorbeeld is 16,8 + 24 + 17 = 57,8 kg nitraat en is dus lager dan de gewogen eerste drempelwaarde. De overschrijding van perceel 6 wordt dus uitgemiddeld door de goede andere resultaten. 
     

  • Welke drempelwaardes zijn er bij een bedrijfsevaluatie en wat zijn de bijhorende gevolgen?

    Ook bij een bedrijfsevaluatie kan je een perceel herbemonsteren vóór 15 november. Daarbij zal echter niet het laagste resultaat, maar het gemiddelde resultaat van de twee staalnames in rekening worden gebracht.  

    Lager dan de eerste drempelwaarde volgens gebiedstype 2 en 3:
    •    Specifieke beoordeling voor het bekomen van een vrijstelling voor de gebiedsgerichte maatregelen. 
    •    Gewogen drempelwaarde steeds volgens deze van gebiedstype 2 of 3 , ook al ligt het perceel in gebiedstype 0 of 1. 

    Lager dan de eerste drempelwaarde volgens het reële gebiedstype maar hoger dan de eerste drempelwaarde volgens gebiedstype 2 en 3:
    •    Dit kan voorkomen bij bedrijven met één of meerdere percelen in gebiedstype 0 of 1. Hier zijn de drempelwaardes soms iets hoger dan in de gebiedstypes 2 en 3. 
    •    Geen gevolgen, geen vrijstelling van gebiedsgerichte maatregelen

    Hoger dan de eerste drempelwaarde, lager dan de tweede drempelwaarde:
    •    Volgend jaar opnieuw een bedrijfsevaluatie van het nitraatresidu
    •    Opmaak van een bemestingsplan
    •    Bijhouden van teeltfiches

    Hoger dan de tweede drempelwaarde of 2 bedrijfsevaluaties na elkaar tussen de eerste en tweede drempelwaarde: 
    •    Volgend jaar opnieuw een bedrijfsevaluatie van het nitraatresidu
    •    Opmaak van een bemestingsplan
    •    Bijhouden van teeltfiches
    •    Begeleiding door een gecertificeerde adviesinstantie
    •    Verbod op derogatie
     

nitraatresidu

Meer info

Op de website van de VLM staat nog meer informatie over nitraatresidu.

Wekelijks onafhankelijk nieuws en persoonlijke uitnodigingen in je mailbox. Op jouw maat.