Wetgeving rond perceelsranden
Inrichting en beheer van de 1m teeltvrije zone en de 5m bemestingsvrije zone
Soorten perceelsranden
Voor milieu & waterkwaliteit
Volgende perceelsranden zijn verplicht:
- 1-meter teeltvrije zone, overal langs water
- 5-meter bemestingsvrije zone
- 3-meter gewasbeschermingsvrije zone
Het is ook mogelijk om een niet-verplichte perceelrand aan te leggen via een beheersovereenkomst.
Voor beheer van de waterlopen
Er is een verplichte perceelsrand van 5 meter erfdienstbaarheid.
Voor de natuur
Je kan niet-verplichte bloemenranden aanleggen voor nuttige insecten. Deze kunnen eenjarig of meerjarig zijn. Lees hier meer over de aanleg van bloemenranden.
Waterlopen
De ingedeelde waterlopen zijn waterlopen die werden opgenomen in de Vlaamse Hydrografische Atlas. Je vindt ze terug op het E-loket Verzamelaanvraag van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (aangeduid met blauwe stippellijnen), en ook op de website van Giswest. Daarnaast bestaan ook niet-ingedeelde waterlopen. Dat zijn dan bijvoorbeeld baangrachten.
Onderhoud van de beek
Vuistregel: Voorzie vrije doorgang op de vijfmeterstrook (erfdienstbaarheid)
Om de normale waterafvoer door de waterloop te garanderen, is een regelmatige onderhoudsbeurt noodzakelijk. De waterbeheerder heeft een vrije doorgang van 5 meter breed nodig om vlot door te kunnen met zijn machines en voldoende plaats te hebben om maaispecie en slib te deponeren.
Op de vijfmeterstrook geldt daarom een verbod op:
- bebouwing (bv. schuilhok) of ondergrondse installaties (bv. waterput)
- ophogingen
- opslag van materiaal of andere obstakels
Een haag aanplanten mag wel als die op 75 cm van de taludinsteek wordt geplaatst en maximaal 1,5 m hoog is. De afstand tussen twee bomen moet minstens 8 m bedragen.
Ligt jouw weide naast een ingedeelde waterloop? Plaats dan zeker een afsluiting, zodat de dieren de oever niet kunnen beschadigen. Die afsluiting moet aan de volgende regels voldoen:
- parallel aan de waterloop: maximaal 1,5 m hoog en ofwel op 75 cm ofwel op 5 m van de taludinsteek;
- loodrecht op de waterloop: een opening of poort van minstens 4 m breed als doorgang voor de waterbeheerder.
Bemesting
Vuistregel: Hou 5 meter afstand met bemesting
Tot 5 meter landinwaarts vanaf de taludinsteek is het verboden om stikstof en/of fosfaathoudende meststoffen op of in de bodem te brengen. Rechtstreekse bemesting door grazende dieren mag in die strook wel.
De bemestingsvrije zone wordt uitgebreid tot 10 meter voor percelen in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en percelen die meer dan 8% afhellen in de richting van de waterloop.
Gewasbescherming
Vuistregel: Hou minstens 3 meter afstand met gewasbescherming en respecteer de bufferzone op het productetiket
Voor bespuitingen bedraagt de minimale afstand tot oppervlaktewater 1m voor horizontale bespuitingen en 3m voor verticale bespuitingen. Sinds 2023 is er een extra voorwaarde langs de blauwe waterlopen (VHA waterlopen). Daar is er een minimale spuitvrije zone opgelegd van 3m vanaf de waterloop, ook voor horizontale bespuitingen. Let op: voor een aantal producten geldt een grotere bufferzone. Hoe ga je daarmee om?
- De specifieke bufferzonebreedte staat vermeld op het productetiket en kun je ook terug terugvinden op Fytoweb en de gewasbeschermingsapp van Inagro.
- Bij gebruik van erkende driftreducerende technieken - een combinatie van type spuittoestel en specifieke spuitdoppen - wordt de bufferzone smaller. Hoeveel precies, hangt af van de bereikte driftreductie (50%, 75%, 90% of 99%). Meer info op Fytoweb.
Bodembewerking
Vuistregel: Hou 1 meter afstand met bodembewerking
De eerste meter langs de waterloop houdt de oever vast en voorkomt dat grond in het water terechtkomt bij erosie. Ze beschermt dus de waterloop. Daarom mag je tot 1 meter landinwaarts vanaf de taludinsteek geen bodembewerking uitvoeren. Vanaf een meter landinwaarts mag grondbewerking wel.
Maaien
Vuistregel: Maai de meterstrook om probleemonkruiden te vermijden
In de 1-meter teeltvrije zone mag je geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. De teeltvrije zone mag je gedurende het hele jaar maaien, maar je doet dat bij voorkeur vóór de onkruiden in zaad komen. In het ideale scenario wordt het maaisel elke keer afgevoerd: zo verarmt de rand geleidelijk en moet op den duur maar één keer per jaar gemaaid worden. Een goed maaibeheer zorgt bovendien voor uitputting van hardnekkige wortelstokonkruiden (akkerdistel, heermoes, grote brand-netel, ...), zeker als je erin slaagt om net voor de bloei van die onkruiden te maaien. Hou maaien en afvoeren een paar jaar vol, en je wordt beloond met een stabiele grasvegetatie met wat bloeiende kruiden.
Wie bepaalt welke regels gelden?
De Vlaamse, federale en Europese overheden bepalen welke regels particulieren en land- en tuinbouwers moeten naleven op percelen die grenzen aan een waterloop.
- Het Vlaams Decreet Integraal Waterbeleid uit 2003 brengt bijna alle bepalingen samen.
- Het KB Duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bepaalt hoe je moet omgaan met de bufferzones die vermeld zijn op het productetiket.
- Het Mestdecreet en de randvoorwaarden van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) bevatten afstandsregels tot waterlopen.
Bekijk ook het politiereglement van je gemeente. Sommige gemeenten hebben bepalingen opgenomen in hun politiereglement over tot waar je een perceel mag bewerken. In de meeste gemeenten geldt een minimale afstand van 1 meter tot de openbare weg.