Vaarzen ligboxen

Huisvesting tijdens kalveropfok: aandachtspunten periode spenen tot drachtige vaars

Zorg bij groepshuisvesting dat stress beperkt wordt en de huisvesting optimaal is. Let op specifieke aandachtspunten bij verschillende types huisvesting.

Groepshuisvesting brengt een verhoogde infectiedruk met zich mee. Zorg hierbij dat stress tot een minimum beperkt wordt en dat de dieren optimaal gehuisvest worden. Er zijn verschillende types groepshuisvesting, elk met hun eigen specifieke aandachtspunten.

Algemene principes:

  • Laat het spenen niet samenvallen met verandering van huisvesting, rantsoen of onthoornen.
    Het spenen is een belangrijke stap voor het kalf omdat het kalf geen melk meer krijgt en volledig overschakelt op vast voedsel. Daarom is het aangewezen om het spenen niet te laten samenvallen met een verandering van huisvesting. Dit zou teveel stress opleveren voor het kalf. Wacht minimaal 2 weken vooraleer gespeende kalveren te verplaatsen en behoud indien mogelijk ook de groepssamenstelling. Hou deze dieren ook extra in de gaten!
  • Groepeer de kalveren op basis van leeftijd (d.m.v. scheidingshekken). Maak zeker 5 groepen:
    • 6-9 maanden
    • 9-12 maanden
    • 12-16 maanden (= inseminatiebox; zorg dat je de dieren aan het voederhek kan vastzetten)
      Het scheiden van de groepen ‘voor insemineren’ en ‘na insemineren’ zorgt er ook voor dat je de conditie van de twee groepen beter kunt controleren:
      ‘voor insemineren’ niet te vet, voor vruchtbaarheid en
      ‘na insemineren’ meer energie, voor voldoende groei.
    • 16-20 maanden (zorg dat je de dieren aan het voederhek kan vastzetten voor drachtcontrole)
    • 20-24 maanden
  • Huisvest pinken in hetzelfde staltype als de melkkoeien.
  • Zorg dat er geen overbezetting is. Alle dieren moeten gelijktijdig aan het voederhek kunnen eten tot een leeftijd van 1 jaar. Boven een jaar kan je ‘ad lib’ voederen en kan je werken met minder voederplaatsen dan het aantal dieren.
  • Zorg voor voldoende ventilatie:
    • Zomer: gem. luchtverplaatsing van 1,5 m³/uur per kg levend gewicht.
    • Winter: gem. luchtverplaatsing van 0,5 m³/uur per kg levend gewicht.
      Vochtplekken, spinnenwebben en slechte geuren zijn altijd indicaties voor slechte ventilatie.
  • Vermijd tocht: de zijmuren zijn best minimum 2,5 meter hoog (waar boxen tegen de muur geplaatst zijn).
    Vermijd luchtsnelheden van meer dan 0,2 meter per seconde. Om te vermijden dat koude binnenkomende lucht op de kalveren valt, kunnen geleidingsplaten bevestigd worden bovenaan en onderaan de inlaatopeningen.
  • Zorg voor voldoende licht. Voor een snellere groei is 16 uur licht per dag aangewezen.
  • Streef naar een luchtvochtigheid van 60-80%. Een te hoge luchtvochtigheid kan luchtweginfecties veroorzaken.
  • Droge klauwen zijn belangrijk!

Hieronder worden verschillende staltypes voor jongvee besproken, nl. de ingestrooide stal met helling, de ingestrooide loopstal, volroosterstal en ligboxenstal. Indien de kalveren meerdere maanden verblijven in een ingestrooide stal, voorzie altijd een niet gladde gebetonneerde loopruimte (evt. met roosters). Dit zorgt ervoor dat de hoeven zich normaal kunnen ontwikkelen.

  • Ingestrooide stal met helling

    In deze stal worden de dieren gehuisvest op een hellende stalvloer die voldoende ingestrooid is. Door beweging van de dieren wordt stro met mest de helling afgetrapt.

    Hou rekening met volgende zaken:

    • Voorzie voldoende stro.
    • Kalveren tot 6 maanden: minimale bezetting van 80 kg/m² voor een goeie afvoer van mest.
    • Kalveren ouder dan 6 maanden: minimale bezetting van 100 kg/m².
    • Een helling van 10% wordt aangeraden.

    Minimale oppervlakte-eisen voor vaarzen in een strostal met hellingvloer (gebaseerd op CIGR standaardafmetingen voor Holstein vaarzen) zijn terug te vinden in Tabel 1.

    Tabel 1: minimale oppervlakte-eisen voor vaarzen in een strostal met hellingvloer (gebaseerd op CIGR standaardafmetingen voor Holstein vaarzen; bron: “Het ontwerp van melkveestallen” van Agentschap Landbouw en Zeevisserij)

    Gewicht (kg) Diagonale lichaamslengte dier (m) Schofthoogte dier (m) Schouderbreedte dier (m) Ligruimte m²/dier
    150-246 1,17 1,09 0,35 3,00
    250-349 1,31 1,19 0,42 3,80
    350-449 1,42 1,27 0,47 4,50
    450-549 1,51 1,33 0,52 5,10
    >550 1,59 1,38 0,55 5,60

     

  • Ingestrooide loopstallen

    Hou rekening met volgende zaken:

    • Voorzie voldoende stro.
    • Zorg voor voldoende ventilatie.
    • Indien de kalveren er meerdere maanden verblijven, voorzie altijd een niet gladde gebetonneerde loopruimte (evt. met roosters). Dit zorgt ervoor dat de hoeven zich normaal kunnen ontwikkelen.

    Minimale oppervlakte-eisen voor vaarzen in strostallen met beton- of roostervloer en met korte of lange voederruimte in een systeem met 2 functionele ruimtes zijn terug te vinden in Tabel 2.

    Tabel 2: minimale oppervlakte-eisen voor vaarzen in strostallen met beton- of roostervloer, korte of lange voederruimte (in systeem met 2 functionele ruimtes (bron: “Het ontwerp van melkveestallen” van Agentschap Landbouw en Zeevisserij). 

    Gewicht kalf (kg) L (m) H (m) W (m) PW lang (m) PW kort (m) LA1 lang (m²) LA2 kort (m²) Totale opp. (m²) TL (m)
    150-249 1,17 1,09 0,35 2,24 1,40 3,00 3,40 4,00 0,42
    250-349 1,31 1,19 0,42 2,58 1,57 3,80 4,30 5,10 0,50
    350-449 1,42 1,27 0,47 2,83 1,70 4,50 5,10 6,10 0,56
    150-549 1,51 1,33 0,52 3,06 1,81 5,10 5,90 7,00 0,62
    >550 1,59 1,38 0,55 3,23 1,91 5,60 6,40 7,70 0,66

    L = diagonale lichaamslengte
    H = schofthoogte
    W = schouderbreedte
    Lange voederstand = ontworpen en gedimensioneerd om tweerichtingsverkeer achter een vretend dier in de doorgang mogelijk te maken.
    Korte voederstand = ontworpen en gedimensioneerd om een vretende koe te laten staan, het koeverkeer achter de vretende koe verloopt over het ingestrooide deel.
    PW lang = breedte van de doorgang bij een lange stand = 1,2 L + 2,4 W
    PW kort = breedte van de doorgang bij een korte stand = 1,2 L
    LA1 lang = ligruimte bij een lange stand = (H + W) x (1,05 L + 0,48 H + W)
    LA2 kort = ligruimte bij een korte stand = LA1 + (1,2 W × 2,4 W)
    TL = lengte van de voederbak = 1,2 W
    Totale oppervlakte =ligruimte + oppervlakte aan het voederhek, afhankelijk van de breedte van de doorgang.

  • Volroosterstallen

    Jongvee ouder dan zes maanden kan op een volledige roostervloer gehouden worden. Dit wordt echter niet aangeraden omwille van volgende nadelen:

    • De dieren worden snel vuil.
    • Minder goeie groei en ontwikkeling.
    • Meer klauw- en beenproblemen.
    • Minder goeie herkenning tochtigheid.
    • De dieren zijn gewend om op een roostervloer te liggen en nemen deze gewoonte mee naar de ligboxenstal.
  • Ligboxenstal

    Indien melkkoeien in een ligboxenstal ondergebracht worden, is het aan te raden om pinken reeds gewend te maken aan dit type huisvesting.

    Hou rekening met volgende aandachtspunten:

    • De afmetingen van de ligboxen dienen aangepast te zijn aan de maten van de kalveren.
      Te grote ligboxen worden teveel bevuild. Bij te kleine ligboxen hebben de dieren teveel moeite om te gaan liggen of op te staan. Dit kan leiden tot het mijden van de ligboxen waardoor ze op de roosters gaan liggen. In Tabel 3 kunnen de afmetingen van de ligboxen, de roostervloer en de breedte aan het voederhek teruggevonden worden. Bij ligboxen in een buitenrij, is de box beter 5 cm langer.
    • Aanbevolen minimale breedtes voor doorgangen: terug te vinden in Tabel 4.
    • Afmetingen van de betonrooster: De spleten moeten voldoende groot zijn om de mest erdoorheen te trappen, maar niet te groot zodat het comfortabel blijft voor de dieren. In Tabel 5 worden de aanbevolen afmetingen voor betonroosters weergegeven.

     

    Tabel 3: minimale oppervlakte-eisen voor vaarzen in een ligboxenstal (bron: “Het ontwerp van melkveestallen” van Agentschap Landbouw en Zeevisserij).

      Afmetingen van het dier (m) Lengte (m)
    Gewicht (kg) L H CW CRL HS HLS CL1 CL2 NRH NRD
    150-249 1,17 1,09 0,90 1,24 0,52 0,71 1,76 1,95 0,87-0,98 1,24-1,34
    250-349 1,31 1,19 0,99 1,38 0,57 0,77 1,95 2,15 0,95-1,07 1,38-1,48
    350-459 1,42 1,27 1,05 1,50 0,61 0,83 2,11 2,33 1,02-1,14 1,50-1,60
    450-549 1,51 1,33 1,10 1,60 0,64 0,86 2,24 2,46 1,06-1,20 1,60-1,70
    >550 1,59 1,38 1,15 1,68 0,66 0,90 2,34 2,58 1,10-1,24 1,68-1,78

    L =          diagonale lichaamslengte
    H =         schofthoogte
    CW =     breedte van de ligbox (vrije ruimte) = 0,83 H
    CRL =     lengte van het ligbed = 1,06 L
    HS =       kopruimte = 0,48 H
    HLS =     kop- en uitvalsruimte = 0,65 H
    CL1 =     ligboxlengte (met gedeelde ruimte) = CRL + HS
    CL2 =     ligboxlengte (niet-gedeelde kopruimte) = CRL + HLS
    NRH =   hoogte schoftboom = (0,80 tot 0,90) H
    NRD =   afstand schoftboom = CRL + (0 tot 0,10)

     

    Tabel 4: aanbevolen minimale breedtes voor doorgangen in functie van de diercategorie en gewicht (lichaamsmaten), in centimeter (bron: “Het ontwerp van melkveestallen” van Agentschap Landbouw en Zeevisserij).

    Dier-categorie Gewicht (kg) H (m) L (m) W (m) Breedte van de doorgangen (cm)
    A B C D E F G
    Kalf 100 0,90 0,84 0,27 50 95 225 135 205 180 120
    Vaars 150-249 1,09 1,17 0,35 65 125 300 180 280 245 165
      250-349 1,19 1,31 0,42 75 150 350 205 315 280 185
      350-449 1,27 1,42 0,47 85 170 380 225 345 310 205
      450-549 1,33 1,51 0,52 95 185 415 245 370 340 220
      >550 1,38 1,59 0,55 100 200 435 260 390 355 230
    Melkkoe 550-649 1,40 1,69 0,55 100 200 450 270 410 365 240
      650-749 1,44 1,75 0,60 110 215 480 285 430 390 255
      750-850 1,48 1,80 0,64 115 230 500 295 445 410 265

    L = diagonale lichaamslengte
    H = schofthoogte
    A = breedte van éénrichtingsdoorgangen = 1,8 W
    B = breedte van tweerichtingsdoorgangen = 3,6 W
    C = breedte van een tweerichtingsdwarsgang met aan een zijde een drinkbak, inclusief de drinkbak = 1,5 L+ 3,6 W
    D = breedte van een doorgang tussen twee rijen ligboxen = L + 1,8 W
    E = breedte van een doorgang tussen het voederhek en een rij ligboxen = 2 L + 1,3 W
    F = breedte van een doorgang aan het voederhek met tweerichtingsverkeer achter de koe = L + 3,2 W
    G = breedte van een doorgang met aan een zijde een rij ligboxen = L + 1,3 W

     

    Tabel 5: aanbevolen afmetingen van betonroosters voor jongvee (Bron: https://www.vlaanderen.be/publicaties/succesvolle-opfok-van-jongvee-op-…).

    Gewicht van jongvee (kg) Minimale spleetbreedte (mm) Maximale spleetbreedte (mm)
    < 400 20 25
    > 400 25 35
  • Tips om jongvee te leren omgaan met ligboxen en roosters:
    • Stro in ligboxen
      Kalveren zijn gewend aan stro en het voelt ook warmer aan waardoor de kalveren sneller op de ligboxen zullen liggen i.p.v. op de roosters.
    • Tegels plaatsen op de roosters
      Deze tegels zorgen ervoor dat kalveren minder snel op de roosters gaan liggen.

Vanaf 12 maanden kunnen de pinken in de melkveestal gehuisvest worden.

Vragen?

Heb je nog vragen omtrent groepshuisvesting van kalveren:

Wekelijks onafhankelijk nieuws en persoonlijke uitnodigingen in je mailbox. Op jouw maat.