bloemenrand in akker

Hoe leg ik een bloemenrand aan op mijn bedrijf?

Een bloemenrand heeft meerdere functies, zo kan deze helpen de bestuiving van je vruchten te optimaliseren of het aandeel natuurlijke vijanden rond je perceel gevoelig verhogen, maar ook gewoon voor fietsers en wandelaars die passeren geeft het een mooi kader.

Een goede voorbereiding is het halve werk.

De beste zaaiperiode is in de nazomer tot de vroege herfst, dan vallen van nature ook de meeste de zaden. Het is dan nog relatief warm en vochtig, de ideale omstandigheden om tot een goede kieming te komen. Zeker wanneer een meerjarig mengsel wordt gebruikt is het najaar (half augustus - half oktober) de aangewezen periode. Zaai je  een éénjarig mengsel in kijk dan even of er zaden inzitten die niet winterhard zijn. Als dat niet het geval is zaai je ook deze mengsels best in dezelfde periode. Zaaien in het voorjaar gebeurt doorgaans in maart – april. Weet dat de onkruiddruk in het voorjaar groter is en dat de bloei ook wat later zal zijn.

Het zaaibed voorbereiden doe je het best door de aanleg van een vals zaaibed. Zorg er steeds voor dat de grond fijn verkruimeld is klaargelegd. Is er een graszode aanwezig, verwijder die dan eerst, bij voorkeur op mechanische wijze door de graszode meermaals te frezen bij droge weersomstandigheden. De zaden van bloemenmengsels zijn zeer divers, gebruik eventueel een draagstof zoals zand om een betere spreiding van het zaaizaad te verkrijgen. Zaai niet te diep, maximum 1cm en rol aan na het zaaien.

bloemenrand naast granen

Zeven tips voor de aanleg van bloemenranden op jouw bedrijf

  1. Kies een geschikte plek:
    1. Trek percelen recht door de inzaai van een bloemenstrook of kies moeilijk bewerkbare hoeken van percelen of overhoekjes rond het bedrijf.
    2. Kies de locatie van de bloemenrand zodanig dat je er makkelijk bij kan met de maaier.
    3. Gebruik de bloemenrand niet als wendakker en kies een plek waar je de bloemenrand zo min mogelijk hoeft te betreden.
    4. Zaai op plaatsen waar je geen grote onkruiddruk verwacht.
    5. Kies een zuidelijk georiënteerde en met zon beschenen plek.
    6. Zaai bij voorkeur langs een houtkant of hek, zo kan deze dienen als beschutting tijdens de winter en als nestgelegenheid voor wilde bijen.
  2. Zaai op het juiste moment: Eenjarige mengsels liefst in het najaar, maar kan ook in het vroege voorjaar, meerjarige mengsels in het najaar (begin september).
  3. Zaai niet te diep: De meeste zaden zijn klein en veel mengsels bevatten lichtkiemers, bv. klavers. Wanneer na de inzaai niet onmiddellijk regen wordt voorspeld, is rollen van het zaaibed aangewezen.
  4. Maai voor meer bloemen: Door één of meerdere keren te maaien in het voorjaar, worden onkruiden in meerjarige bloemenranden onderdrukt.
  5. Less is more: Kies voor meerdere verspreide kleine strookjes dan één grote bloemenzee.
  6. Gefaseerd maaien voor een gespreide bloei: Maai de helft van de rand (op 20 cm hoogte) rond midden juni en de volledige rand na 30 september (op 10 cm hoogte). Een heel aantal soorten komen een tweede keer tot bloei na de maaibeurt, en zo zijn er langer bloemen beschikbaar in het najaar. Als de bodem nog onvoldoende verarmd is, maai dan de 2e helft ook al eens tussentijds: nadat de eerste helft terug in bloei komt.
  7. Kies meerjarige streekeigen bloemen boven eenjarige mengsels: Ze bieden naast voedsel (bloemen) ook nestgelegenheid en beschutting. Het gebruik van streekeigen soorten wordt aangeraden omdat ze een band hebben met een veel groter aantal soorten insecten, dan uitheemse soorten (die desondanks soms bvb wel veel bijen aantrekken).

Bloemenrand onderhouden

Een goed beheer zorgt voor minder werk de daarop volgende jaren:

  • Een éénjarige bloemenrand zaai je best elk jaar opnieuw in, je zaait wat bij in het voorjaar (zie verder). Wanneer er jaarlijks op dezelfde plek een eenjarig mengsel ingezaaid wordt, is de kans op vestiging van hardnekkige onkruiden groter (hou de bodem zo veel mogelijk bedekt om vestiging van bvb distels te vermijden).
  • Een meerjarige bloemenrand maai je op hoogte (ongeveer 10cm) en voer het maaisel af. Het eerste jaar na inzaai van een meerjarig mengsel moet je mogelijks meer dan twee maal maaien, later zouden twee maaibeurten moeten volstaan: eens eind april - half mei, en eens half september - oktober. Op arme bodems kan het volstaan om slechts één keer te maaien per jaar, in het najaar. Voer in elk geval de gemaaide biomassa af: extra bemesting door het maaisel te laten liggen bevoordeeld vooral soorten zoals akkerdistel en brandnetel.

Meerjarige mengsels zullen pas vanaf het tweede jaar goed tot hun recht komen. Deze vormen in het eerste jaar hoofdzakelijk bladmassa. Bloeien doen ze pas vanaf het tweede groeiseizoen. Wat je in geen geval hoeft te doen, is de rand bemesten. Zo vergroot je de concurrentie terug met grassoorten.

bloemenrand met loodsen

Een bloemenrand is meer dan gewoon bloemen

Een bloemenrand heeft meerdere functies, zo kan deze helpen de bestuiving van je vruchten te optimaliseren of het aandeel nuttigen rond je perceel gevoelig verhogen, maar ook gewoon voor fietsers en wandelaars die passeren geeft het een mooi kader.  

Veelgestelde vragen over bloemenmengsels

  • Eénjarig of meerjarig mengsel?

    Eénjarig bloemenmengsel

    Dit mengsel bestaat uit éénjarigen. Ze kiemen, groeien, bloeien en sterven in één jaar tijd. Het perceel wordt best jaarlijks heraangelegd en is zonder meer laagdrempeliger dan een meerjarig mengsel. Na zaai onder goede omstandigheden, komen de bloemen in dit mengsel snel en uitbundig tot bloei. 

    Enkele voorbeelden van soorten in een mengsel : Boekweit, Voederwikke, Venkel, Wilde korenbloem, Gele ganzebloem, Koriander, Karwij, Klaproos, Inkarnaat klaver, Nigella, Groot kaasjeskruid en Zonnebloem. 

    De aanbevolen zaaidichtheid van dit mengsel is 3.5g/m² of 35kg/ha

    Meerjarig bloemenmengsel

    Dit mengsel is een meerjarige vegetatie die bestaat uit grassen en bloeiende graslandkruiden. Graslandkruiden hebben een meerjarige levenscyclus en kunnen in de juiste omstandigheden ook de concurrentie met grassen aan. Het meerjarig mengsel vergt meer ‘groene vingers’ en meer geduld om tot een goed resultaat te komen. Na aanleg vraagt het maaibeheer de nodige aandacht. Hoewel er in dit mengsel ook wat éénjarigen zitten om toch ook al in het eerste jaar wat bloemen te hebben, zullen de meeste kiemende zaden het eerste jaar voornamelijk bladeren vormen. De meerjarige kruiden zullen pas vanaf het tweede groeiseizoen uitbundig gaan bloeien. Mits een gepast maaibeheer, kan dit mengsel meerdere jaren aangehouden worden.

    Enkele voorbeelden van soorten in een mengsel: Korenbloem, Gewone margriet, Venkel, Duizendblad, Muskuskaasjeskruid, Wilde peen, Klaproos, Gele ganzenbloem, Knoopkruid, Pastinaak, rolklaver, Rode klaver, Hopklaver, Groot streepzad, Bermooievaarsbek en enkele grassoorten  

    Dit mengsel kan ingezaaid worden aan een lagere dichtheid, 2g/m² of 20kg/ha

  • Kies de juiste locatie voor het aanleggen van een bloemenrand voor een optimaal resultaat

    De locatie waar je de mengsels inzaait, zal in sterke mate het resultaat en de effectiviteit bepalen dus het is van belang de keuze weloverwogen te maken. Zaai je een bloemenmengsels in onder een beheerovereenkomst, dan moet je strikt de voorwaarden voor aanleg en beheer van deze overeenkomst volgen. Ben je niet verbonden aan een overeenkomst, hou dan rekening met onderstaande tips om tot een optimaal resultaat te komen:

    • Vernietig geen bestaande waardevolle vegetaties door grondbewerking en/of herinzaai. Denk hierbij bijvoorbeeld aan permanent of blijvend grasland. In dergelijke graslanden ontwikkelden zich al heel wat bloeiende kruiden. Bovendien zijn ze belangrijk als koolstof opslagplaats.
    • Zaai op voldoende zonnige plekken, dus niet in het noorden, noordoosten of noordwesten. Hoe meer zuid gericht, hoe groter de kans op slagen.
    • Als er een houtkant, haag of heg aanwezig is, zaai je bij voorkeur aan de zuidkant daarvan. Dergelijke landschapselementen vormen niet alleen ideale rust-of schuilplaatsen voor allerlei insecten en dieren maar het laat hen ook toe van daaruit op zoek te gaan naar voedsel in de bloeiende rand en perceel.
    • Zaai op plaatsen waar je geen grote onkruiddruk verwacht.
    • Als er een gesloten grasmat aanwezig is, dient de graszode eerst goed verwijderd te worden. Dit gebeurt bij voorkeur op mechanische wijze door de graszode meermaals te frezen bij droge weersomstandigheden.
    • Zaai het mengsel in op een plaats die zo min mogelijk bereden of betreden wordt maar die wel goed bereikbaar is om te maaien. Stem bij voorkeur de breedte van je rand af op de breedte van je (zaai- en) maaimachine.

    Noot: Als je een bloemenmengsel inzaait onder een beheerovereenkomst, dien je echter strikt de voorwaarden voor aanleg en beheer van deze overeenkomst te volgen.

  • Inzaai doe je bij voorkeur in het najaar

    Het klinkt misschien wat tegenstrijdig, maar beide bloemenmengsels zaai je best in vanaf september tot half oktober en liever niet in het voorjaar. Een aantal soorten kiemen immers reeds in het najaar. Andere soorten hebben de passage van de winter nodig om in het voorjaar tot kieming te kunnen komen. De onkruiddruk in het najaar is bovendien ook veel lager, wat een goeie opkomst in het voorjaar in de hand werkt en de kruiden een flinke voorsprong geeft op onkruiden.

    Eénjarigen inzaaien in het voorjaar zou eventueel ook kunnen maar hou er rekening mee dat de kans op veronkruiding dan veel groter is, en dat er meer risico bestaat op te droge of te natte omstandigheden. Wil je toch in het voorjaar inzaaien, doe dit dan vroeg genoeg (vanaf half maart) om de onkruiddruk voor te blijven of werk met een vals zaaibed waarbij je dan inzaait tussen half april en half mei.

    Meerjarige kruiden inzaaien in het voorjaar wordt sowieso afgeraden omwille van hun zwakke concurrentie ten opzichte van éénjarige onkruiden.

  • Een goede voorbereiding is het halve werk

    Een goede voorbereiding van de bodem is van cruciaal belang bij de inzaai van bloemenmengsels. Zorg er steeds voor dat de grond fijn verkruimeld is klaargelegd en het oppervlak mooi vlak is.

    Bemest bloemenranden niet. De bemesting zal veeleer de grassen en mogelijke onkruiden vleugels geven, dan de bloemen. Kruiden groeien beter op iets armere gronden.

    Een tweede belangrijk aandachtspunt is de onkruidbeheersing. Vooral bij zaaien in het voorjaar, is het aangeraden te werken met een vals zaaibed als je niet vroeg in het jaar kan inzaaien. Hiervoor ga je als volgt te werk:

    1. Van zodra de bodem geschikt is voor bewerking, maak je de grond zaaiklaar (een gelijkmatige en goed verkruimelde vlakke toplaag op een vastere ondergrond).
    2. Laat de aanwezige onkruidzaden in het zaaibed gedurende 2 à 3 weken kiemen. Als het koud of droog is, mag je gerust nog wat langer wachten.
    3. Vernietig na deze periode de gekiemde onkruiden door één of meerdere oppervlakkige bewerkingen met een (wied)eg. Wacht niet te lang zodat het onkruid nog gemakkelijk met een eenvoudige en oppervlakkige bodembewerking vernietigd kan worden. Bewerk niet te diep (1 a 2 cm) want anders breng je verse onkruidzaden naar boven.
    4. Als er een grote onkruiddruk blijkt, herhaal dan bovenstaande stappen (maar als er op voorhand een grote onkruiddruk verwacht wordt: leg de bloemenrand dan elders aan).

    Zaai daarna het akkerbloemenmengsel in. Let er op dat je niet te diep zaait (max. 2 cm). Zaden van sommige bloemensoorten zijn erg klein en komen niet op wanneer ze te diep gezaaid worden. Hetzelfde geldt voor de lichtkiemers (bv. klavers) in het mengsel: als de zaden te diep in de grond zitten, zullen ze bij gebrek aan licht ook niet kiemen.

    Zaai daarom gewoon bovenop de grond, zonder de zaden in te werken. Wanneer na de inzaai niet onmiddellijk regen wordt voorspeld, is rollen of beregenen (indien mogelijk) van het zaaibed aangewezen. Als de kieming van de bloemenakker daarna snel genoeg gebeurt, dan zal ze verdere onkruidgroei voldoende onderdrukken.

  • Beheer (1ste jaar)

    Het beheer in het eerste jaar verschilt van de daaropvolgende jaren. We splitsen dit daarom ook uit.

    Eénjarige mengsels kiemen relatief snel en kunnen de concurrentie met andere éénjarige onkruiden in principe wel aan. Toch raden we aan om het mengsel reeds in het najaar in te zaaien om de zaden evenveel kansen te geven als de zaden van éénjarige onkruiden die van zelf al in de bodem zitten. Een goede voorbereiding levert de beste resultaten. Mochten ongewenste onkruiden bij opkomst in het voorjaar alsnog de overhand krijgen, kan je éénmalig maaien. Eénjarige kruiden die op rijpaden ingezaaid worden, kunnen -vroeg- eventueel ook gemaaid worden.

    Het beheer van de meerjarige kruidenmengsels, die in het najaar ingezaaid werden, vraagt een iets grotere inzet. Een goede opvolging en bijsturing is in het eerste jaar van groot belang. Al naar gelang de dominantie van de grassen of de aanwezigheid van éénjarige onkruiden pas je de maaifrequentie aan. Voor een goed beheer zijn vooral in het eerste jaar mogelijks meerdere maaibeurten (hoog maaien: +/- 10 cm) wenselijk waarbij het maaisel ook telkens wordt afgevoerd. De eerste maaibeurt(en) doe je wanneer de grassen hun bloeiwijzen vormen, een 2e volgende gebeurt best vóór ongewenste (éénjarige) onkruiden in zaad staan. Na het groeiseizoen in de herfst en na de bloei (eind september, begin oktober) wordt dan voor een laatste keer gemaaid (met afvoer) om verruiging tegen te gaan.

    Het is belangrijk om het beheer in het eerste jaar voorzichtig aan te pakken zodat structuurschade en compactie vermeden wordt.
    Het is soms een moeilijke beslissing om te maaien als er vanalles in bloei staat, maar voor een goede start van het mengsel kan het belangrijk zijn. Meerjarige kruiden kunnen maaien doorgaans goed verdragen als ze hoog genoeg (+/-10 cm) afgemaaid worden, en het maaisel niet blijft liggen.

    Bemest bloemenranden niet. De bemesting zal veeleer de grassen en mogelijke onkruiden vleugels geven, dan de bloemen. Kruiden groeien beter op iets armere gronden.

  • Onderhoud (komende jaren)

    Het kan uiteraard ook voorkomen dat je meerdere jaren na elkaar een éénjarig bloemenmengsel wilt inzaaien op eenzelfde locatie. Hoewel we dan aanraden om voor een meerjarig mengsel te kiezen, kan dit op zich wel. Je start sowieso na het groeiseizoen. Als je bodem in het voorjaar goed waterdoorlaatbaar is, kan je wachten tot het voorjaar vooraleer met het onderhoud te starten. Op die manier zal de bloemenrand als overwinteringsplaats voor insecten en schuilplaats voor vogeltjes ook in de winter van nut zijn. Is je bodem vaak nat in het voorjaar, probeer dan de onderhoudswerkzaamheden begin oktober al uit te voeren om compactie van de bodem te vermijden.

    Na het groeiseizoen (afhankelijk van je waterdoorlaatbaarheid van je bodem dus in het na-of voorjaar), hark je de zode oppervlakkig (max. 3 tot 4 cm diep) terug open met bijvoorbeeld een weidesleep, verwijder je onkruiden en grassen en zaai je in april eventueel nog wat bij. De meeste kruiden hebben in principe voldoende gezaaid om uit zichzelf opnieuw op te komen, en zijn als winterhard. 

    Meerjarige mengsels zullen pas vanaf het tweede jaar goed tot hun recht komen. Hoewel in het meerjarig mengsel ook wat éénjarigen zitten om toch ook in het eerste jaar al wat bloei te hebben, vormen meerjarige kruiden in het eerste jaar in hoofdzaak bladmassa. Bloeien doen ze pas vanaf het 2de groeiseizoen. Zorg steeds voor een goede (her)groei van de ingezaaide kruiden en beperk de concurrentie van grassen en onkruiden door een gepast maaibeheer. Vanaf het tweede jaar zullen goed aangelegde  kruidenstroken weinig last hebben van ongewenste onkruiden en zou het kunnen volstaan om enkel nog in het najaar te maaien met afvoer. Blijft de druk van de grassen hoog, blijf dan maaien midden in de bloeiperiode van de grassen.

  • Tips voor een goed maaibeheer

    Maaien kan met een rotor of klepelmaaier. Voer het maaisel af. Het helpt de bodem verarmen en de onkruiddruk onder controle te houden. Hanteer een maaihoogte van min. 10 cm.

    Wat als de plannen wijzigen?

    Je bestuivingsgevoelige teelt verhuist naar een ander perceel, de locatie waar de mengsels ingezaaid werden krijgt een andere bestemming, …. Er zijn verschillende redenen waarom je niet meer kan inzetten op het onderhoud van een bloemenstrook. Wil je een bloemenstrook vernietigen, dan werk je in het najaar met een ploeg de plantenresten in. Mochten er in het voorjaar kruiden opkomen, kan je ze eenvoudig met een eg of een frees kapot maken.

  • Ik zie niet alle bloemensoorten die in het meerjarige mengsel zitten?

    Heb geduld. En dan nog een beetje meer.

    Vaak ontwikkelen kruiden wat trager dan dat we van klassieke teelten gewend zijn. Zolang er geen grote problemen met onkruiden aanwezig zijn volstaat het om gewoon nog wat geduld uit te oefenen.

    Het kan bovendien ook zijn dat de zaden gewoon liggen te wachten tot de kiemomstandigheden goed zijn. Sommige soorten zal je dus mogelijk niet in het eerste of het tweede jaar na inzaaien zien verschijnen.

BEESPOKE-project

Benefitting Ecosystems through Evaluation of food Supplies for Pollination to Open up Knowledge for End users

Binnen het BEESPOKE-project willen we de diversiteit aan bestuivers ondersteunen in het landbouwlandschap. Zo wordt ook de bestuiving van gewassen ondersteunt. Er worden teeltspecifieke bloemenmengsels samengesteld die gericht zijn op de noden van de bestuivers van die gewassen.

Er werd ook een folder opgesteld waarbij we uitleggen hoe je met succes een meerjarige natuurlijke bloemenrand kunt aanleggen. Deze kan je via onderstaande knop inkijken.

akkerhommel

Wekelijks onafhankelijk nieuws en persoonlijke uitnodigingen in je mailbox. Op jouw maat.